Oefenkansen Nederlands

Doe de test

​Beoordeel de 30 stellingen.

  • Vertrek vanuit het ideale beeld dat je voor ogen hebt. 
  • Los van kleine, praktische hindernissen.
  • Zijn er meerdere begeleiders? Vul dan samen de test in:
    • Vul eerst elk afzonderlijk de test in.
    • Bespreek na het invullen samen de discussiepunten en zoek naar een consensus.
    • Vul de test nu samen opnieuw in. Zo krijg je een duidelijk beeld over de accenten en voorkeuren binnen jullie oefenkans.

Vind je het moeilijk om zelfstandig aan de slag te gaan? Contacteer ons.

We hebben al jaren ervaring met het organiseren en ondersteunen van oefenkansen Nederlands. We zullen je ondersteunen bij het bepalen van jouw profiel, de opmaak van een draaiboek en de keuze van activiteiten via adviesgesprekken, vorming, intervisie en methodiekuitwisseling.

Algemene info

Zelftest

1. De deelnemers moeten zelf op zoek gaan (naar vragen én antwoorden).
2. We gebruiken geschreven tekstjes waarin verstaanbaar Nederlands staat.
3. Iedereen moet zoveel mogelijk actief meedoen, in spreken en in handelen.
4. We noteren interessante taalelementen (bvb woordjes) en we doen daar iets mee.
5. We zetten iedereen aan tot spreken, indien nodig met een methodiek.
6. Het belangrijkste is het eerste contact met elkaar en de samenleving.
7. De deelnemers spreken over zichzelf: ze worden aangespoord om zich te uiten.
8. We sluiten onmiddellijk aan bij wat deelnemers (op dat moment) het meeste nodig hebben.
9. We hebben aandacht voor moeilijkheden bij het uiten en we ondersteunen de deelnemers.
10. We focussen op bruikbare informatie voor de deelnemers.
11. We bevorderen vooral de integratie in de (nabije) samenleving.
12. We laten mensen zowel vertrouwde taal oefenen als nieuwe taal ontmoeten.
13. De deelnemers moeten (ook) veel onder elkaar spreken.
14. We geven ruimte aan (inter)culturele uitdagingen.
15. We houden ons bezig met wat er op dat moment leeft (actualiteit, periode).
16. We stimuleren het herbekijken van de gebruikte taal en zorgen voor herhaling.
17. Als we het over iets hebben, doen we dat in de echte context.
18. De deelnemers moeten zich vooral goed voelen in de groep.
19. We geven bewust feedback tijdens (een deel van) de oefenkans.
20. We doen dingen (na) die in het leven ook echt gedaan worden.
21. We zorgen voor veel verschillende modelsprekers (dus niet enkel de begeleider).
22. Elke activiteit is zoveel mogelijk echt doen en niet praten over.
23. De deelnemers worden aangespoord om in groepjes samen te werken.
24. We sporen deelnemers aan om zelf een gesprek te beginnen.
25. We verbinden wat we zien, ervaren en doen met woorden in het Nederlands.
26. We voorzien steeds aandacht voor taal van de vorige sessie(s).
27. We hebben zo veel mogelijk contact met de ‘buitenwereld’ (waaronder Nederlandstaligen).
28. We spreken zelf bewust verstaanbaar en met aandacht voor leerzame taal.
29. We kijken en luisteren naar filmpjes waarin haalbaar Nederlands gebruikt wordt.
30. We gebruiken echte bronnen, voorwerpen en materialen.
Verklaring over cookies