Woordenspin zonder woord
13-05-2019
Beschrijving
Maak van woorden die je in een sessie hebt gebruikt een woordenspin. Bij een woordenspin zet je in het midden van je blad een woord, bvb ‘hond’. Dat is het thema waarover de woordenspin gaat. Daarrond komen dan woorden die daarmee te maken hebben: leiband, baasje, blaffen, huisdier, stok, wandelen, vlees, snuffelen, de naam van een deelnemer die een hond heeft etc…. Zo’n woordenspin is dus erg snel gemaakt.
Verdeel de deelnemers in twee of drie groepjes en geef hen een lege woordenspin: een leeg centraal vakje met daarrond een aantal lege vakjes. Geef dan één voor één de woorden die rond het centrale thema staan. De groepjes vullen die woorden in de vakjes in en moeten zo snel mogelijk raden waarover het gaat. Ze mogen wel maar twee keer een poging wagen: dan gaan ze meer onderling discussiëren in plaats van wild te gokken.
Groepsgrootte
4+
Duur
1u
Materiaal
Blaadjes met woordenspinnen
Suggesties
Als het woord vroeg geraden wordt, heb je nog veel lege vakjes over rond het thema. Laat de groepjes dan de resterende vakjes invullen met woorden. Ze krijgen een punt per woord dat overeenstemt met de woorden op jouw blad. Zo kan de verliezende ploeg alsnog winnaar zijn!